Deze reeks lessen rondom poezie levert drie eindprodukten op: een verslag en een te presenteren gedicht en een logboek. Het verslag telt drie keer mee en het gedicht telt een keer mee. Dat levert je eindcijfer voor de webquest poëzie en dat cijfer telt twee keer mee.

In je verslag moet zitten:

1. De antwoorden op de vragen over Tussen dichter en lezer en Het woord als grenspaal.

2. De gevonden gedichten over grenzen en de discussie om te bepalen welk gedicht het beste is.

3. Een analyse van stijlmiddelen en vormkenmerken van het gekozen gedicht, info over de schrijver en een recensie van de bundel waar het gedicht uitkomt.

4. Een beschrijving van de meegenomen voorwerpen bij het gekozen gedicht en een verslag van het gesprek over de voorwerpen.

5. Het zelf geschreven gedicht (de tekst)

6. Logboek

Inleverdatum verslag: dinsdag 16 januari 2018

Presentatie klassikaal gedicht: les 1 en 2, week 3 januari 2018

Tot slot: werk samen, maak een planning (lees daarom eerst alle opdrachten door eer je begint), denk om correct taalgebruik, gebruik de mediatheek en internet als bron en vermeld gebruikte bronnen.

Je verslag moet een titelblad bevatten, inhoudsopgave, inleiding en bronnenlijst. Voor een uitleg over verslaglegging kun je kijken in de ELO bij Nederlands algemene informatie bovenbouw, de werkstukkenkaart. 

Houd een logboek bij  waarin je beschrijft wie wat doet wanneer en hoeveel tijd eraan besteed is.